Steeds meer jongeren worstelen met somberheid die verder gaat dan gewone puberbuien. Ontdek hoe je signalen herkent, het verschil met puberteit ziet en welke rol factoren als prestatiedruk en sociale media spelen. Je krijgt praktische stappen voor steun, behandeling en herstel-van kleine veranderingen thuis en op school tot bewezen therapieën-én wanneer je direct moet handelen en 113 (NL) of 1813 (BE) inschakelt.

Wat is depressie bij jongeren
Depressie bij jongeren is meer dan een dipje of typische puberbuien: het is een psychische aandoening waarbij je stemming langere tijd somber is en je interesse of plezier in dingen die eerst leuk waren verdwijnt. Het gaat om klachten die minstens twee weken aanhouden en je dagelijks functioneren duidelijk in de weg zitten. Je kunt merken dat je energie wegzakt, slapen of eten verandert, concentreren lastiger wordt en schooltaken zwaarder voelen. Vaak komen ook piekeren, schuld- of waardeloosheidsgevoelens en lichamelijke klachten zoals hoofdpijn of buikpijn voor. Dat verschilt van normale puberteit omdat de intensiteit groter is, de klachten langer blijven en je minder goed meekomt met vrienden, sport of school.
Depressie bij jongeren ontstaat meestal door een mix van factoren: aanleg en hersenontwikkeling, hormonale veranderingen, stress thuis of op school, prestatiedruk, pesten of uitsluiting, sociale media, verlies of ingrijpende gebeurtenissen. Niet elke stress leidt tot depressie, maar als meerdere risicofactoren samenkomen, neemt de kans toe. Belangrijk om te weten: depressie zegt niets over je karakter en is geen aanstellerij. Het is een behandelbare aandoening waarbij tijdige herkenning en steun het verschil maken. Hoe sneller je klachten herkent en erover praat met iemand die je vertrouwt, hoe groter de kans dat je herstel sneller op gang komt en je je leven stap voor stap weer opbouwt.
Hoe herken je het: symptomen VS. normale puberteit
Onderstaande vergelijking helpt ouders, docenten en jongeren het verschil te zien tussen normale puberteitsveranderingen en signalen die kunnen wijzen op een depressie.
| Kenmerk | Normale puberteit | Mogelijke depressie (jongeren) | Duur/impact (alarmsignaal) |
|---|---|---|---|
| Stemming | Stemmingswisselingen, prikkelbaar; meestal tijdelijk en verbetert na iets leuks. | Aanhoudend somber of prikkelbaar bijna elke dag; weinig tot geen herstel van humeur. | Houdt 2 weken aan en belemmert school/relaties. |
| Interesse & plezier | Smaak verandert; soms minder zin in familie, maar nog plezier met vrienden/hobby’s. | Duidelijk verlies van interesse/plezier (anhedonie) in bijna alle activiteiten, ook met vrienden. | Aanhoudend; stoppen met sport/clubjes en terugtrekken. |
| Slaap & energie | Later naar bed, meer slaapbehoefte; herstelt vaak in weekenden/vakanties. | In- of doorslaapproblemen of juist veel slapen; aanhoudende vermoeidheid zonder herstel. | Dagelijks; minder energie/motivatie, ochtenden zwaar. |
| Concentratie & school | Wisselende motivatie; lichte schommelingen in cijfers. | Moeite met focussen en besluiten; duidelijke daling prestaties, meer verzuim. | Structurele achteruitgang op meerdere vlakken (school, thuis, sociaal). |
| Zelfbeeld & gedachten | Onzekerheid en piekeren, maar kan relativeren en voelt zich soms oké. | Sterke schuld/waardeloosheid, hopeloosheid; soms gedachten aan dood/zelfbeschadiging. | Urgent: bij suïcidegedachten direct hulp (NL: 113, BE: 1813) en huisarts/112 bij acuut gevaar. |
Kern: bij depressie zijn klachten dieper, breder en langduriger (minimaal twee weken) en verstoren het dagelijks functioneren. Twijfel je, praat erover en schakel tijdig professionele hulp in.
Normale puberteit brengt schommelingen in je stemming, meer slapen en af en toe terugtrekken met zich mee. Bij depressie zijn klachten echter sterker, houden ze langer aan (minstens twee weken) en beïnvloeden ze duidelijk je dagelijks leven. Je voelt je bijna elke dag somber of prikkelbaar, je verliest interesse in hobby’s of vrienden, energie zakt weg en concentreren op school lukt minder.
Vaak veranderen je slaap en eetlust, pieker je veel en kun je je schuldig of waardeloos voelen. Ook lichamelijke klachten zoals hoofdpijn of buikpijn zonder duidelijke reden komen voor. Het verschil zit in de duur, de intensiteit en het feit dat je in meerdere gebieden tegelijk vastloopt. Twijfel je, kijk dan naar patronen over tijd en praat erover met iemand die je vertrouwt.
Hoe vaak komt depressie bij jongeren voor
Depressie bij jongeren komt vaker voor dan je denkt. Afhankelijk van leeftijd en meetmethode krijgt jaarlijks ongeveer 4 tot 8% van de jongeren een depressieve stoornis, en voor je 18e maak je naar schatting in 10 tot 20% van de gevallen minstens één episode mee. Rond de puberteit loopt het risico op, waarbij meisjes na ongeveer 13 jaar twee keer zo vaak getroffen worden als jongens. Naast een diagnose hebben nog meer jongeren regelmatig depressieve klachten die je dagelijks leven merkbaar kunnen verstoren.
Je komt het dus zeker tegen in je klas, sportteam of vriendengroep. Cijfers schommelen door verschillen in vragenlijsten en periode, maar de trend is duidelijk: het is veelvoorkomend, vaak onzichtbaar, en hoe eerder je het herkent en erover praat, hoe beter je vooruitzicht.
[TIP] Tip: Plan één dagelijkse activiteit die energie geeft.

Oorzaken en risicofactoren
Depressie bij jongeren ontstaat meestal uit een mix van aanleg en omstandigheden. Als depressie in je familie voorkomt, is je kwetsbaarheid groter; in de puberteit veranderen hersenen en hormonen, wat je stresssysteem gevoeliger kan maken. Ervaringen spelen mee: pesten, uitsluiting, prestatiedruk op school of sport, voortdurende vergelijking via sociale media, ruzie of onveiligheid thuis, verlies of traumatische gebeurtenissen. Slaaptekort, chronische pijn of ziekte, middelengebruik en grote veranderingen zoals migratie of een scheiding verhogen het risico.
Ook identiteitsvragen, perfectionisme, sterke zelfkritiek of problemen met emotieregulatie kunnen je vastzetten in sombere patronen. Voor sommige groepen, zoals LHBTQIA+ jongeren of jongeren met neurodiversiteit, telt vaak extra minderheidsstress. Belangrijk: één factor veroorzaakt zelden depressie; het is juist de optelsom en hoe je ermee omgaat die de doorslag geeft. Beschermende factoren zoals een steunende ouder of mentor, hechte vrienden, regelmaat, beweging en zinvolle activiteiten kunnen die kwetsbaarheid dempen en helpen terugval te voorkomen.
Biologische en psychologische factoren
Bij depressie bij jongeren spelen biologische en psychologische factoren samen. Biologisch gaat het om aanleg en hersenprocessen: als depressie in je familie voorkomt, is je risico hoger, en in de puberteit veranderen hormonen en het stresssysteem (de HPA-as), wat je kwetsbaarder kan maken. Slaap speelt ook mee; verstoringen in je dag-nachtritme en melatonine kunnen je stemming negatief beïnvloeden. In de hersenen raakt de balans van signaalstoffen soms uit evenwicht, waardoor prikkelverwerking en motivatie lastiger worden.
Psychologisch gaat het vooral om hoe je denkt en omgaat met stress. Piekeren, zwart-witdenken, perfectionisme, lage zelfwaardering en moeite met emotieregulatie houden somberheid in stand. Hechtingsproblemen of trauma kunnen patronen versterken waarin je signalen als afwijzing ziet. Belangrijk: deze factoren werken samen, maar zijn beïnvloedbaar, waardoor herstel mogelijk is.
Omgeving, prestatiedruk en sociale media
Je omgeving vormt de achtergrond waartegen depressie kan ontstaan. Thuisstress, financiële zorgen of conflicten zuigen energie weg; op school stapelen toetsen, keuzestress en verwachtingen zich op. Als je het gevoel hebt dat falen geen optie is, ga je vaker piekeren en raak je uitgeput. Sociale media versterken dit: constante vergelijking met ‘perfecte’ levens, likes als maatstaf voor waarde, FOMO en cyberpesten ondermijnen je zelfbeeld.
Notificaties en nachtelijk scrollen tasten je slaap aan, en minder slaap maakt je kwetsbaarder voor somberheid. Tegelijk kan een warme klas, duidelijke grenzen, offline herstelmomenten en bewuste schermtijd juist beschermen. Het gaat om balans: steun, rust en realistische verwachtingen dempen de druk en geven ruimte aan herstel.
Extra kwetsbare groepen
Sommige jongeren lopen extra risico op depressie door omstandigheden die extra stress geven. Als je LHBTQIA+ bent, kun je minderheidsstress, afwijzing of pesten ervaren, zeker rond je coming-out. Met neurodiversiteit, zoals ADHD of autisme, kun je sneller overprikkeld raken of te maken krijgen met onbegrip, wat je zelfbeeld raakt. Chronische ziekte, pijn of een lichamelijke beperking vraagt veel energie en kan je sociale leven beperken.
Als je thuis veel zorg draagt, armoede ervaart of een ouder hebt met psychische problemen of verslaving (KOPP/KOV), stapelt de druk. Ook migratie, discriminatie of een onzekere verblijfsstatus vergroten de belasting. Belangrijk is dat je steunnetwerk, begrip op school en laagdrempelige hulp deze kwetsbaarheid kunnen verminderen.
[TIP] Tip: Controleer slaap, stress, pesten, schermtijd en middelengebruik bij somberheid.

Signalen en gevolgen die je direct serieus neemt
Sommige signalen bij depressie wijzen op meer dan een sombere bui en vragen om snelle actie. Let op als je stemming wekenlang donker blijft, je plezier in hobby’s verdwijnt en je schoolprestaties plots kelderen of je vaker wegblijft. Je kunt je terugtrekken van vrienden, prikkelbaar of snel boos zijn, slechter slapen of juist veel, minder eten of juist meer, en vaker hoofdpijn of buikpijn hebben zonder duidelijke oorzaak. Extra zorgelijk zijn uitspraken over dood of niet meer willen leven, afscheid nemen, spullen weggeven, sporen van zelfbeschadiging, plotselinge kalmte na een crisis of risicogedrag dat normaal niet bij je past.
De gevolgen kunnen snel oplopen: conflicten thuis en met vrienden, uitval op school, verlies van zelfvertrouwen en meer middelengebruik. Herken je dit bij jezelf of iemand dichtbij, praat dan vandaag nog met iemand die je vertrouwt en schakel hulp in. Bij gedachten aan zelfdoding of plannen neem je direct contact op met 113 (NL) of 1813 (BE) of je belt in acuut gevaar 112, of je huisarts/spoedpost.
Impact op school, vrienden en gezin
Depressie raakt alles wat je doet. Op school merk je dat je concentratie wegvalt, toetsen langer blijven liggen en cijfers dalen, waardoor je vaker verzuimt of je afmeldt omdat het simpelweg te veel is. Bij vrienden zeg je afspraken af, reageer je minder of kortaf en voel je je buitengesloten, terwijl je eigenlijk vooral moe en overprikkeld bent. Thuis levert dat misverstanden en spanningen op: discussies over huiswerk of schermtijd, zorgen van je ouders en soms schuldgevoel bij jou.
Hoe meer je je terugtrekt, hoe kleiner je steunnetwerk wordt, wat de somberte juist voedt. Door erover te praten en samen kleine aanpassingen te regelen – met je mentor, zorgcoördinator of thuis – doorbreek je die cirkel en ontstaat weer ruimte voor herstel en contact.
Waarschuwingssignalen en wanneer je 113 (NL) of 1813 (BE) inschakelt
Sommige signalen bij depressie bij jongeren vragen onmiddellijke actie. Hieronder lees je wanneer je alert moet zijn en welke stappen je direct zet.
- Alarmerende signalen: terugkerende gedachten aan de dood of uitspraken als “ik zie het niet meer zitten”; uitgesproken hopeloosheid; plannen maken of zoeken naar middelen; afscheid nemen of spullen weggeven; zelfbeschadiging; een plotselinge kalmte na onrust; veel alcohol/drugs, roekeloos gedrag of je sterk terugtrekken.
- Schakel 113 (NL) of 1813 (BE) in zodra je aan zelfdoding denkt, een plan of middelen hebt, je veiligheid (of die van iemand anders) niet kunt garanderen, of wanneer je je zorgen maakt om iemand: telefonisch en via chat, anoniem en 24/7.
- Bij acuut gevaar: bel direct 112, blijf bij de persoon, verwijder (indien veilig) middelen en zorg voor een veilige omgeving; praat rustig, oordeel niet en vraag zo nodig iemand om mee te helpen.
Je staat er niet alleen voor: hulp is dag en nacht bereikbaar. Twijfel je? Neem contact op-liever één keer te veel dan te weinig.
[TIP] Tip: Neem somberheid en terugtrekking serieus; vraag door en regel hulp vandaag.

Behandeling en ondersteuning
Herstel begint met een goede intake: je bespreekt je klachten, duur, triggers en wat al helpt, vaak via je huisarts of direct bij jeugd-ggz. Daarna volgt meestal stepped care: duidelijke uitleg over depressie, praktische tips en een plan op maat. Bij milde klachten werken kortdurende begeleiding en e-health; bij matige tot ernstige klachten zijn bewezen therapieën zoals cognitieve gedragstherapie en interpersoonlijke therapie vaak eerste keus, soms in een groep en geregeld met je ouders erbij via systeemtherapie. Medicatie, meestal een SSRI, kan overwogen worden als klachten ernstig of hardnekkig zijn, bij voorkeur onder regie van een kinder- en jeugdpsychiater en gecombineerd met therapie en zorgvuldige monitoring.
Ondertussen bouw je aan draagkracht: vaste slaaptijden, dagelijks bewegen, structuur, haalbare doelen, schermtijd begrenzen en geen alcohol of drugs. Op school helpt een aangepast rooster, minder toetsen tegelijk en een vaste contactpersoon. Blended care met online modules en apps kan het oefenen makkelijker maken, zeker als je moet wachten op plek. Samen maak je een terugvalpreventieplan met vroege signalen, acties en wie je inschakelt. Met de juiste steun, tijd en kleine, haalbare stappen kom je stap voor stap vooruit en pak je je leven weer op.
Diagnostiek en bewezen behandelingen
Diagnostiek start met een uitgebreide intake waarin je vertelt over je klachten, duur, gebeurtenissen en wat al helpt, aangevuld met informatie van ouders of mentor. Een behandelaar gebruikt vragenlijsten en een gesprek aan de hand van DSM-5-criteria (het internationale diagnosehandboek) om vast te stellen of het om een depressieve stoornis gaat, beoordeelt de ernst, kijkt naar bijkomende problemen zoals angst, ADHD of middelengebruik en doet een suïciderisico-inschatting. Ook worden lichamelijke oorzaken uitgesloten.
Bewezen behandelingen bij jongeren zijn psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie met gedragsactivatie (stapsgewijs weer doen wat belangrijk is) en interpersoonlijke psychotherapie gericht op relaties en verlies. Vaak worden ouders actief betrokken via systeemtherapie. E-health en apps kunnen het oefenen versterken. Bij ernstige of hardnekkige klachten kan een SSRI-antidepressivum in combinatie met therapie worden ingezet, met nauwkeurige monitoring en een helder veiligheidsplan.
Hoe je iemand met depressie ondersteunt
Ondersteunen begint bij luisteren en er consequent zijn. Zo voelt een jongere met depressie zich gezien en minder alleen.
- Luister zonder oordeel: stel open vragen, laat stiltes vallen en geef niet meteen advies.
- Erken wat je hoort (“dit klinkt zwaar”) en vermijd opmerkingen als “kop op” of “anderen hebben het erger”.
- Bied praktische, kleine stappen aan: samen een korte wandeling, schoolwerk plannen of helpen een afspraak te maken.
- Stimuleer professionele hulp; bied aan mee te gaan naar de huisarts, jeugdpsycholoog of intake en help met regelen.
Je hoeft het niet alleen op te lossen: blijf nabij, schakel professionals in en bewaak de veiligheid. Zo vergroot je de kans op herstel.
Wat je zelf kunt doen: herstel en preventie
Herstel begint met kleine, haalbare stappen die je dag weer voorspelbaar maken: vaste slaaptijden, opstaan op hetzelfde moment en elke dag even naar buiten voor licht en beweging. Plan activiteiten die energie geven en betekenis hebben, ook als je er nog niet veel zin in hebt; de motivatie volgt vaak na het doen. Eet regelmatig, beperk alcohol en drugs en spreek met jezelf af wanneer je offline gaat om rust te pakken.
Blijf verbonden: één appje, een korte belafspraak of samen wandelen helpt meer dan je denkt. Schrijf signalen op die bij jou voorafgaan aan een dip en bedenk acties die helpen, zodat je eerder kunt bijsturen. Oefen met helpende gedachten, ademhaling of mindfulness. Zoek op tijd professionele steun en betrek je mentor of coach voor praktische aanpassingen, zodat je kans op terugval kleiner wordt.
Veelgestelde vragen over depressie jongeren
Wat is het belangrijkste om te weten over depressie jongeren?
Depressie bij jongeren is een behandelbare aandoening, niet ‘puberaal gedoe’. Denk aan wekenlang somberheid, verlies aan interesse, prikkelbaarheid, slaapproblemen, schuldgevoel, concentratieproblemen. Ongeveer 5-8% ervaart jaarlijks een depressie; vroeg signaleren verkleint gevolgen.
Hoe begin je het beste met depressie jongeren?
Begin met luisteren zonder oordeel, benoem wat je ziet en maak een afspraak bij huisarts/jeugdarts of schoolzorgteam. Vraag naar veiligheid. Bewezen hulp: CGT, interpersoonlijke therapie, gezinsbetrokkenheid; medicatie soms. Bel 113/1813 of 112 bij acuut gevaar.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij depressie jongeren?
Fouten: klachten afdoen als ‘puberteit’, wachten tot het overgaat, alleen straffen/motiveren, social media abrupt verbieden, suïcidegedachten geheimhouden, geen veiligheidsplan, school niet betrekken, behandeling te snel stoppen, herstel overschatten, slaap/structuur verwaarlozen.
