Na een ADHD-diagnose stopt het niet: vervolgonderzoek helpt je behandelplan te verfijnen, medicatie te finetunen en bijkomende problemen zoals angst, slaap of leerproblemen in kaart te brengen. Ontdek welke tests zinvol zijn (van vragenlijsten en neuropsychologisch onderzoek tot medicatie-evaluatie), hoe je je voorbereidt, wat je kunt verwachten en hoe je de uitslag omzet in concrete stappen voor school, studie of werk. Ook komen nazorg, herbeoordeling en praktische zaken als verwijzing, wachttijden en vergoedingen in Nederland en België aan bod.

Wat betekent testen na een ADHD-diagnose?
Testen na een ADHD-diagnose draait om het verfijnen, volgen en actualiseren van je behandelplan, niet om je diagnose opnieuw te “bewijzen”. Je kijkt samen met een professional wat er in het dagelijks leven speelt, hoe je aandacht, impulscontrole en werkgeheugen functioneren, en of de gekozen aanpak nog past. Dat kan bestaan uit gesprekken, vragenlijsten voor jou en eventueel partner, ouders of leerkracht, en soms neuropsychologisch onderzoek om sterke en zwakke kanten objectief in kaart te brengen, zoals verwerkingssnelheid en planning. Ook wordt vaak gescreend op veelvoorkomende bijkomende problemen – denk aan angst, somberheid, slaapproblemen of leerstoornissen – omdat die je klachten kunnen versterken.
Als je medicatie gebruikt, helpt testen om dosering en timing te finetunen en bijwerkingen te bewaken, bijvoorbeeld met een korte aandachtstaak of een systematische evaluatie van je doelen en functioneren. Testen kan extra nuttig zijn bij veranderingen in je leven, wanneer klachten terugkomen, of als je aanpassingen nodig hebt op school of werk, zoals extra toetstijd of een prikkelarme werkplek. Het resultaat is een helder overzicht van waar je staat en concrete adviezen voor behandeling, begeleiding en praktische aanpassingen, zodat je gericht vooruitgang boekt.
Wanneer is een hertest of vervolgonderzoek zinvol?
Een hertest of vervolgonderzoek is zinvol als je klachten veranderen, terugkomen of niet voldoende verbeteren met je huidige aanpak. Denk aan nieuwe problemen op school of werk, meer moeite met plannen of focussen, of als je vaker vastloopt in dagelijkse routines. Ook bij verandering van levensfase – overgang naar middelbare school, studie of een nieuwe baan, puberteit, zwangerschap of hormonale schommelingen – kan een herbeoordeling helpen.
Gebruik je medicatie, dan is testen nuttig als je twijfelt over dosering, timing of bijwerkingen. Verder is vervolgonderzoek passend bij vermoeden van bijkomende problemen zoals angst, depressie, slaapproblemen of leerstoornissen, of wanneer je officiële documentatie nodig hebt voor aanpassingen en voorzieningen. Is je laatste beoordeling ouder dan enkele jaren, dan kan updaten extra waardevol zijn.
Doelen van testen na de diagnose
Testen na de diagnose heeft één doel: zorgen dat je behandeling echt werkt voor jouw leven nu. Je scherp je plan aan door te meten wat vooruitgaat en wat achterblijft, zodat je gerichter kunt bijsturen. Je brengt sterke en zwakke kanten in kaart (aandacht, planning, werkgeheugen, prikkelverwerking) en koppelt dat aan concrete doelen voor school, studie of werk. Je checkt of medicatie de gewenste effecten heeft, of dosering en timing beter kunnen, en of bijwerkingen spelen.
Je screent op bijkomende problemen zoals angst, somberheid, slaapproblemen of leer- en taalproblemen die je functioneren beïnvloeden. Tot slot levert testen onderbouwde adviezen op voor coaching, therapie en praktische aanpassingen, plus duidelijke meetpunten om je voortgang in de komende maanden te volgen.
Zelftest versus klinisch onderzoek
Een zelftest is een snelle, laagdrempelige vragenlijst waarmee je een eerste indruk krijgt van je klachten of je vooruitgang tussen afspraken volgt. Handig als signaal en om patronen te zien, maar het blijft een momentopname en subjectief: je score hangt af van hoe je dag was en hoe je vragen interpreteert. Klinisch onderzoek gaat veel verder. Een professional kijkt naar je verhaal, betrekt zo nodig input van partner, ouders of school, gebruikt gevalideerde vragenlijsten en soms taken die aandacht, impulscontrole en werkgeheugen objectief meten.
Er wordt ook gescreend op factoren die klachten beïnvloeden, zoals slaap, stress of bijkomende stoornissen. Na een diagnose helpt een klinische herbeoordeling om je plan bij te stellen, medicatie te finetunen en officiële adviezen of voorzieningen te onderbouwen, terwijl zelftests vooral een praktische thermometer blijven.
[TIP] Tip: Gebruik gevalideerde vragenlijsten; herhaal bij start en aanpassing van behandeling.

Welke tests kun je doen na een ADHD-diagnose?
Onderstaande tabel vergelijkt de belangrijkste tests na een ADHD-diagnose: wat ze meten, voorbeelden van instrumenten en wanneer ze zinvol zijn. Zo kies je gericht de juiste vervolgstap.
| Test/onderzoek | Wat meet/waarom | Voorbeelden van instrumenten | Wanneer zinvol/verwachte opbrengst |
|---|---|---|---|
| Neuropsychologisch onderzoek | Profiel van aandacht, werkgeheugen, verwerkingssnelheid en executieve functies; differentiaaldiagnostiek. | CPT (bijv. QbTest), WAIS/WISC-subtests, D-KEFS, Stroop, Trail Making Test, BRIEF(-A). | Bij onduidelijk klachtenbeeld of behoefte aan maatwerk op school/werk; levert cognitief sterkte-zwakteprofiel en gerichte adviezen op. |
| Screening op comorbiditeit (angst, depressie, ASS, middelen, tics) | Opsporen van bijkomende stoornissen die klachten en behandeling beïnvloeden. | Gestructureerd interview (SCID-5/MINI; K-SADS bij jeugd), vragenlijsten (PHQ-9, GAD-7, AUDIT), ASS-screening/diagnostiek (AQ-10, ADOS-2/ADI-R). | Bij stemmings-/angstklachten, sociale of leerproblemen; resulteert in comorbide diagnoses of uitsluiting en een passend behandelplan. |
| Medicatie-evaluatie en titratie | Effectiviteit en bijwerkingen van stimulantia/niet-stimulantia; veiligheid (vitale functies). | Symptoomschalen (ASRS, SNAP-IV), bijwerkingenchecklist, bloeddruk/pols/gewicht; zo nodig ECG bij cardiale voorgeschiedenis of klachten. | Bij start of herbeoordeling behandeling, onvoldoende effect of bijwerkingen; leidt tot optimale dosering, switch of niet-medicamenteuze opties. |
| Leerstoornisdiagnostiek (dyslexie/dyscalculie) | Objectiveren van hardnekkige lees-/spelling-/rekenproblemen los van ADHD. | Genormeerde lees- en rekentests, didactisch onderzoek, dossieranalyse; afname door (ortho)pedagoog/psycholoog. | Bij aanhoudende achterstanden ondanks ondersteuning; onderbouwing voor gerichte interventies en passende voorzieningen op school/werk. |
Conclusie: begin breed met comorbiditeitsscreening en medicatie-evaluatie; voeg waar nodig neuropsychologisch en leeronderzoek toe voor gerichte behandeling en aanpassingen. Overleg met huisarts, psycholoog of psychiater voor de juiste verwijzing en vergoeding.
Na een ADHD-diagnose kun je verschillende tests inzetten om je behandeling te verfijnen en je functioneren in kaart te brengen. Vaak begin je met gevalideerde vragenlijsten voor jou en eventueel ouders, partner of school om klachten, stress en slaap te meten en veranderingen te volgen. Een neuropsychologisch onderzoek kan objectief laten zien hoe het zit met aandacht, werkgeheugen, verwerkingssnelheid en planning, soms aangevuld met computertaken zoals een continue prestatietaak om volgehouden aandacht en impulscontrole te testen. Daarnaast is screening op comorbiditeit belangrijk: angst, depressie, ASS, dyslexie of rekenproblemen komen regelmatig samen voor en vragen om specifieke ondersteuning.
Gebruik je medicatie, dan helpen evaluatiesessies om effect, bijwerkingen, dosering en timing te optimaliseren, bijvoorbeeld met symptoomschalen door de dag heen en het bijhouden van bloeddruk en hartslag indien nodig. Bij kinderen kan observatie in de klas of afstemming met school waardevolle extra informatie geven; bij studenten en werknemers ligt de nadruk vaak op executieve functies en welke aanpassingen helpen, zoals structuur, planningstools en prikkelreductie. Zo krijg je een compleet beeld en een plan dat echt past.
Neuropsychologisch onderzoek
Een neuropsychologisch onderzoek brengt in detail in kaart hoe je brein presteert in het dagelijks leven. Je doet gestandaardiseerde testen en computertaken die aandacht, volgehouden concentratie, werkgeheugen, verwerkingssnelheid, impulsremming, planning en mentale flexibiliteit meten. Het onderzoek duurt meestal enkele uren met pauzes, vaak aangevuld met vragenlijsten en een gesprek over je klachten en routines. Het is geen simpele IQ-test: soms wordt intelligentie gemeten voor context, maar het draait om je executieve functies en hoe je taken aanpakt.
De uitkomst geeft een scherp profiel van sterke en kwetsbare punten, plus concrete adviezen voor school, studie of werk, zoals structuur, prikkelreductie en handige tools. Je krijgt een onderbouwde basislijn om vooruitgang te volgen en, als je medicatie gebruikt, om effecten en bijwerkingen beter te evalueren en je plan bij te sturen.
Screening op comorbiditeit (angst, depressie, ASS en leerstoornissen)
Na een ADHD-diagnose is screening op comorbiditeit belangrijk, omdat bijkomende problemen je klachten kunnen versterken en je behandeling beïnvloeden. Je vult meestal gevalideerde vragenlijsten in en hebt een gesprek over stemming, piekeren, stress en slaap. Bij angst en depressie wordt gekeken naar somberheid, prikkelbaarheid, motivatie en lichamelijke signalen. Voor ASS draait het om sociale communicatie, behoefte aan voorspelbaarheid en sensorische prikkels, soms met input van ouders, partner of school.
Vermoed je een leerstoornis, dan volgt gericht onderzoek naar lezen, spellen en rekenen om dyslexie of dyscalculie te onderscheiden van aandachtstekort. De uitkomst helpt je om prioriteiten te stellen, therapie en medicatie goed af te stemmen en passende aanpassingen te regelen op school of werk, zodat je plan echt werkt.
Medicatie-evaluatie en titratie
betekenen dat je samen met je behandelaar stap voor stap de juiste stof, dosis en timing zoekt en blijft bijstellen. Je beoordeelt systematisch wat werkt en wat niet, met korte symptoomschalen door de dag heen, een doelenlijst en notities over focus, planning en prikkelbaarheid. Bijwerkingen zoals hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid of een verminderde eetlust worden meegenomen, net als bloeddruk en hartslag waar nodig.
Je kijkt naar begin- en eindtijd van het effect, of er een dip optreedt (rebound) en of schooldagen, weekend en vakanties een andere aanpak vragen. Soms is een switch tussen kort- en langwerkende middelen of een alternatieve medicatie nodig. Zo kom je uit op een schema dat stabiel werkt en bij jouw leven past.
[TIP] Tip: Laat bloeddruk, hartslag en gewicht als nulmeting meten vóór medicatie.

Hoe bereid je je voor op een test na ADHD?
Een goede voorbereiding maakt je afspraak efficiënter en de uitkomst betrouwbaarder. Met een paar gerichte stappen haal je meer uit een test na je ADHD-diagnose.
- Bepaal je doel en vragen: werkt je huidige aanpak, waar loop je op vast, welke aanpassingen heb je nodig? Deel dit vooraf met de onderzoeker.
- Verzamel recente documenten: eerdere rapporten/diagnoseverslagen, medicatieoverzicht, schoolresultaten of werkbeoordelingen, en korte observaties van ouders, partner of leerkracht.
- Houd 5-7 dagen een eenvoudig logboek bij van slaap, stress, beweging, schermtijd, voeding/cafeïne, medicatie-inname en momenten waarop klachten toenemen. Zo worden patronen zichtbaar.
- Medicatie: gebruik deze zoals afgesproken met je arts, noteer het innamemoment en dosis, en neem je medicatie (of een actueel medicatieoverzicht) mee.
Met deze voorbereiding vergroot je de kans op een realistisch beeld van je functioneren. Zo kun je sneller door naar passende behandeling, aanpassingen of coaching.
Wat je meeneemt en hoe je je klachten bijhoudt
Voor een goede test neem je alles mee wat jouw plaatje compleet maakt: eerdere onderzoeken, een overzicht van je medicatie met dosering en tijden, school- of werkrapporten, en zo mogelijk korte observaties van ouders, partner of leerkracht. Vergeet praktische dingen niet zoals je bril of lenzen en een lijstje met je vragen. Houd je klachten in de week(en) ervoor bij in een simpel dagboek of app: noteer slaap, stress, cafeïne, beweging, medicatie-innamemomenten, effect en eventuele bijwerkingen, plus momenten waarop focus, planning of prikkelverwerking mislopen.
Schrijf concreet wat er gebeurde, hoe lang het duurde en wat hielp. Zo ontstaat een duidelijk patroon dat de onderzoeker gebruikt om je plan scherp af te stemmen.
Wat je kunt verwachten tijdens de afspraak
Je start meestal met een kort gesprek over je doelen, voorgeschiedenis en hoe de afgelopen weken gingen, inclusief medicatie-inname en je dagboeknotities. Daarna volgt het testgedeelte: het invullen van vragenlijsten en, afhankelijk van de vraag, computertaken of pen-en-papiertests die aandacht, impulsremming, werkgeheugen en planning meten. Er is tijd voor pauzes en je mag aangeven als je prikkels wilt verminderen of het tempo lager moet.
Gebruik je medicatie, dan wordt soms bloeddruk, hartslag of gewicht gecontroleerd en noteer je het innamemoment. De totale duur varieert van ongeveer één tot enkele uren. Aan het einde krijg je meestal een globale indruk en worden vervolgstappen afgesproken; het volledige verslag en concrete adviezen volgen vaak binnen één tot drie weken.
Praktische tips voor kinderen, studenten en werknemers
Bereid je samen met je ouder, mentor, studiebegeleider of leidinggevende voor door je doelen en eventuele aanpassingen vooraf te bespreken, zoals extra tijd, een prikkelarme ruimte of geplande pauzes. Plan je afspraak op een moment dat je normaal het best functioneert en stem je medicatie en ontbijt daarop af; noteer het innamemoment. Neem je bril, water en een snack mee en regel desnoods oordopjes of een zonnebril als je snel overprikkeld raakt.
Voor kinderen helpt het om kort uit te leggen wat er gebeurt en een beloningsafspraak te maken. Als student of werknemer is het slim je belangrijkste taken tijdelijk te verplaatsen en notities of voorbeelden van problemen mee te nemen, zodat je onderzoek direct aansluit op je dagelijkse praktijk.
[TIP] Tip: Plan korte blokken met pauzes; gebruik timer, checklijst en oefenvragen.

Uitslag, vervolgstappen en vergoedingen
Na de test krijg je een nabespreking met de kernbevindingen: wat gaat goed, waar hapert het en wat betekent dat voor je dagelijks leven. Samen vertaal je dit naar een praktisch plan met heldere doelen, zoals aanpassingen in routines, coaching of therapie, en zo nodig medicatie bijstellen met een tijdlijn voor evaluatie. Vaak plan je een eerste check binnen enkele weken (zeker bij medicatie) en een bredere herbeoordeling na enkele maanden om te zien wat werkt. Je kiest zelf met wie je het verslag deelt, bijvoorbeeld huisarts, school of werkgever, zodat ondersteuning en faciliteiten snel geregeld kunnen worden. Over vergoedingen: in Nederland valt diagnostiek en behandeling meestal binnen de basisverzekering als je een verwijzing van de huisarts hebt en je naar een gecontracteerde aanbieder gaat; eigen risico telt mee en particuliere trajecten worden niet altijd vergoed.
In België is er vaak (gedeeltelijke) terugbetaling via je ziekenfonds of RIZIV/INAMI, zeker bij erkende centra of geconventioneerde zorgverleners, maar er kunnen wachtlijsten zijn; voor leerlingen kan het CLB mee beoordelen. Check vooraf je verwijzing, contractering en voorwaarden, zodat je niet voor verrassingen komt te staan en je snel met de volgende stap kunt starten.
Resultaten begrijpen en omzetten naar een plan
Begin met de kern: wat zeggen de scores en observaties in gewone taal over je aandacht, planning, impulsremming en werkgeheugen, en hoe zie je dat terug in je dag? Koppel elk bevinding aan een concreet knelpunt (te laat starten, taken niet afmaken, snel afgeleid) en kies vervolgens 2 à 3 prioriteiten. Vertaal die naar acties: welke aanpassing ga je doen, wanneer, hoe vaak en met welke hulpmiddelen (bijvoorbeeld een planningstool, vaste starttrigger of prikkelarme werkplek).
Leg vast wie je helpt, wat je verwacht te merken en hoe je dit meet, zoals een korte wekelijkse check of een eenvoudige schaal voor focus en stress. Stem medicatie of therapie hierop af, plan een evaluatiemoment na 4 tot 8 weken en houd je aanpak simpel en haalbaar.
Nazorg en periodieke herbeoordeling
Nazorg betekent dat je na de test gericht blijft bijsturen. Vaak plan je een eerste check 4 tot 8 weken na start of wijziging van je behandeling en daarna elke 6 tot 12 maanden, of eerder als klachten terugkomen. Tussen afspraken door volg je een paar vaste meetpunten, zoals slaap, stress, focus en bijwerkingen, met een kort dagboek of vragenlijst. Je spreekt duidelijke signalen van terugval af en acties die je dan neemt.
Betrek waar nodig ouders, partner, school of werkgever zodat aanpassingen blijven kloppen. Bij levensveranderingen, zoals een nieuwe baan, examenperiode, puberteit of zwangerschap, vraag je sneller een herbeoordeling aan. Zo houd je koers, voorkom je uitval en blijft je plan écht werken.
Verwijzing, wachtlijsten en vergoeding in Nederland en België
In Nederland start je meestal met een verwijzing van de huisarts voor GGZ-diagnostiek of -behandeling; bij jeugd tot 18 jaar loopt dit vaak via gemeente/Jeugdwet. Testen en behandeling worden doorgaans vergoed vanuit de basisverzekering bij gecontracteerde aanbieders; je betaalt wel eigen risico en soms is er een wachttijd van weken tot maanden. Informeer naar wachtlijstbemiddeling en opties zoals blended zorg. In België hangt vergoeding af van je ziekenfonds en of de zorgverlener geconventioneerd is; voor psychologische zorg zijn gesubsidieerde sessies beschikbaar en sommige centra bieden (gedeeltelijk) terugbetaling voor ADHD-onderzoek.
Wachtlijsten bij CGG, ziekenhuizen en expertisecentra kunnen oplopen; voor schoolgaande kinderen kan het CLB mee beoordelen. Check vooraf verwijzing, contractering en voorwaarden om verrassingen te voorkomen.
Veelgestelde vragen over test na adhd
Wat is het belangrijkste om te weten over test na adhd?
Testen na een ADHD-diagnose betekent gericht vervolgen: bevestigen van subtype en ernst, monitoren van functioneren, en bijstellen van behandeling. Het is zinvol bij nieuwe klachten, levensveranderingen of medicatievragen. Klinische evaluatie weegt zwaarder dan online zelftests.
Hoe begin je het beste met test na adhd?
Begin bij je huisarts of behandelaar voor een gerichte verwijzing. Verzamel eerdere rapportages, school/werkfeedback en medicatielijsten. Houd gedurende 2-4 weken klachten, slaap, voeding en triggers bij. Plan neuropsychologisch onderzoek, comorbiditeitsscreening en medicatie-evaluatie.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij test na adhd?
Veelgemaakte fouten: alleen op zelftests vertrouwen, comorbiditeit negeren, meerdere medicatie- of leefstijlaanpassingen tegelijk doen, zonder dagboek verschijnen, school/werk niet betrekken, nazorg overslaan, en vergoedingen, eigen risico of wachttijden in NL/BE niet vooraf checken.
