“ADHD type 2” verwijst meestal naar het overwegend onoplettende beeld (voorheen ADD) – de stille kant van ADHD die vaak onopgemerkt blijft, zeker bij vrouwen en volwassenen. Je ontdekt de kernkenmerken zoals focusverlies, uitstel, time blindness en emotionele gevoeligheid, hoe de diagnose werkt en de verschillen met het hyperactief-impulsieve profiel. Met praktische strategieën en behandelopties krijg je houvast om je aandacht, planning en energie te versterken in studie, werk en thuis.

Wat wordt bedoeld met ADHD type 2
Als je mensen hoort praten over ADHD type 2, bedoelen ze meestal de overwegend onoplettende presentatie van ADHD, in het verleden vaak ADD genoemd. Het gaat dan vooral om problemen met aandacht en executieve functies: je vindt het lastig om je focus vast te houden, je vergeet afspraken of details, je stelt taken uit omdat opstarten moeilijk is, en plannen of organiseren kost veel extra energie. Je bent niet per se zichtbaar druk of impulsief; de drukte zit vaak in je hoofd als piekeren, dagdromen of mentale vermoeidheid. Daardoor wordt dit beeld sneller gemist, zeker bij meisjes en bij volwassenen die slimme compensaties hebben ontwikkeld. Belangrijk om te weten: “type 2” is geen officiële medische term. In de DSM-5 zijn er drie presentaties van ADHD (onoplettend, hyperactief-impulsief en gecombineerd) en wat hier type 2 wordt genoemd valt onder het onoplettende beeld.
ADHD is neurobiologisch: verschillen in breinnetwerken en stofjes zoals dopamine en noradrenaline beïnvloeden motivatie, prikkelverwerking en het vermogen om tijd, taken en prioriteiten te sturen. Het is dus geen luiheid of gebrek aan wilskracht. In het dagelijks leven merk je het bij studeren en werk (switchen tussen taken, deadlines halen), thuis (administratie, routines volhouden) en sociaal (afdwalen in gesprekken, afspraken vergeten). Herkenning begint met een goede uitleg van dit profiel en, als je dat wilt, een professionele diagnose die kijkt naar je klachten in meerdere situaties en over langere tijd.
Definitie en terminologie (ADD en het inattentieve beeld)
Met ADHD type 2 doelen mensen meestal op de overwegend onoplettende presentatie van ADHD, het profiel dat vroeger vaak ADD werd genoemd. ADD is geen officiële diagnose meer, maar leeft nog sterk in de taal, waardoor je termen door elkaar ziet. In de huidige terminologie spreken we over ADHD met drie presentaties: onoplettend, hyperactief-impulsief en gecombineerd. Het inattentieve beeld draait vooral om focussen, organiseren, werkgeheugen en mentale energie, terwijl zichtbare hyperactiviteit of impulsiviteit minder op de voorgrond staat.
Als je “type 2” tegenkomt, kun je dat dus lezen als het onoplettende profiel van ADHD. De kern blijft dat je brein informatie en prikkels anders filtert, waardoor je sneller afgeleid raakt, taken uitstelt en details mist, ook al lijk je aan de buitenkant rustig en beheerst.
De drie presentaties volgens DSM-5
Deze tabel vergelijkt de drie DSM-5-presentaties van ADHD en laat zien waar de term “ADHD type 2” (het vroegere ADD) in past: het overwegend onoplettende beeld.
| Aspect | Overwegend onoplettend (vaak ‘ADHD type 2’/ADD) | Overwegend hyperactief-impulsief | Gecombineerde presentatie |
|---|---|---|---|
| Kernkenmerken | Aandachtszwakte, snel afgeleid, vergeetachtig, traag starten, dromerig; weinig opvallende motorische onrust. | Motorische onrust, wiebelen, veel praten, moeite met stilzitten; impulsief beslissen, onderbreken, niet kunnen wachten. | Combinatie van duidelijke onoplettendheid en hyperactiviteit/impulsiviteit. |
| DSM-5 drempel (samengevat) | 6 onoplettendheidssymptomen (5 bij 17+); <6 hyperactief-impulsieve; klachten 6 mnd, in 2 settings, begin vóór 12 jaar, klinische beperking. | 6 hyperactief-impulsieve symptomen (5 bij 17+); <6 onoplettendheid; overige DSM-5-criteria idem. | Drempel gehaald voor beide symptoomclusters; overige DSM-5-criteria idem. |
| Signalen in dagelijks leven | Deadlines missen, uitstel, spullen kwijtraken, slordigheidsfouten, traag bij monotone taken, “afwezig” ogen. | Rusteloosheid, snel reageren zonder na te denken, gesprekken onderbreken, risicozoekend, gehaaste fouten. | Beide profielen aanwezig; problemen in aandacht, planning én remming. |
| Veelvoorkomende verwarring | Wordt vaak gemist (zeker bij meisjes/volwassenen); verwarring met angst, depressie of “motivatieprobleem”. | Kan gezien worden als gedragsstoornis; hyperactiviteit neemt met leeftijd af terwijl impulsiviteit blijft. | Breed en wisselend beeld; soms ten onrechte uitgelegd als “alleen stress/overbelasting”. |
| Behandelaccenten | Psycho-educatie, planning/structuur, stimuluscontrole, werkgeheugen- en taakstartstrategieën; medicatie kan helpen. | Impulscontrole, emotieregulatie, motorische uitlaatklep, sociale vaardigheden; medicatie kan helpen. | Gecombineerde aanpak voor aandacht, planning en remming; omgevingsaanpassingen in meerdere settings. |
Kernpunt: “ADHD type 2” verwijst naar de overwegend onoplettende presentatie; de DSM-5 beschrijft één stoornis met drie presentaties, elk met eigen nadruk in kenmerken en aanpak.
Binnen de DSM-5 worden drie presentaties van ADHD beschreven: overwegend onoplettend (wat veel mensen ADD noemen), overwegend hyperactief-impulsief en de gecombineerde presentatie. Bij het onoplettende beeld worstel je vooral met focus, werkgeheugen en plannen; bij het hyperactief-impulsieve beeld staan rusteloosheid, veel praten en impulsief handelen meer voorop; bij de gecombineerde herken je kenmerken uit beide.
Welke presentatie je krijgt, hangt af van je klachtenprofiel op dit moment. Dat profiel kan in de tijd verschuiven, zolang de symptomen sinds de kindertijd aanwezig zijn en in meerdere contexten zichtbaar blijven.
Wie krijgt het vaker: kinderen, tieners en volwassenen
ADHD type 2, het overwegend onoplettende beeld, komt voor op alle leeftijden, maar valt niet altijd even snel op. Bij kinderen wordt ADHD gemiddeld bij circa 5% gezien, met relatief meer jongens in de statistieken omdat hyperactiviteit eerder wordt gesignaleerd. Het onoplettende profiel wordt juist vaker gemist bij meisjes, omdat je minder zichtbaar druk bent en eerder dromerig of stil oogt. In de puberteit verspringt het beeld: minder rennen, meer interne onrust en moeite met plannen, huiswerk en deadlines.
Op volwassen leeftijd blijft een deel klachten houden (ongeveer 2-3%), vaak met slimme compensaties die het maskeren. Vrouwen worden geregeld later gediagnosticeerd, bijvoorbeeld na studie, bij werkdruk of rondom hormoonschommelingen, wanneer je executieve functies extra op de proef worden gesteld.
[TIP] Tip: Gebruik timers en checklists om aandacht te structureren en afleiding te beperken.

Symptomen en signalen om op te letten
Bij ADHD type 2 (het overwegend onoplettende beeld) herken je vooral problemen met aandacht en executieve functies. Dit zijn signalen die vaak terugkomen.
- Aandacht, werkgeheugen en planning: focus glijdt snel weg; moeite met opstarten, plannen en prioriteren; taken niet op tijd afronden; spullen kwijtraken en afspraken of details vergeten; teksten herlezen zonder dat het blijft hangen; slordige fouten ondanks begrip; tijd voelt “vloeibaar” (time blindness) waardoor je de benodigde tijd en deadlines onderschat.
- Emotieregulatie, motivatie en energieniveau: prikkelgevoeligheid en snelle mentale vermoeidheid; wispelturige motivatie, vooral bij saaie of lange taken; soms juist hyperfocus op iets interessants, waardoor andere taken blijven liggen; pieken en dalen in stemming of frustratietolerantie.
- Verschillen met het hyperactief-impulsieve beeld: minder zichtbare drukte of impulsiviteit, meer interne onrust en dromerigheid; uitstelgedrag en traag opstarten in plaats van doordraven; in gesprekken kun je mentaal afdwalen of subtiele signalen missen; daardoor wordt het soms verkeerd gezien als “lui”, “slordig” of “ongeïnteresseerd”.
Je hoeft niet alle signalen te hebben; consistentie en impact op school, werk of thuis zijn leidend. Vroege herkenning helpt om gerichte ondersteuning en passende strategieën in te zetten.
Aandacht, werkgeheugen en planning
Bij ADHD type 2 merk je dat aandacht geen kwestie van willen is, maar van kunnen schakelen. Je focus schommelt: bij saaie taken glipt je aandacht weg, terwijl je bij interessante onderwerpen kunt hyperfocussen en de rest vergeet. Je werkgeheugen – het mentale “klembord” waarop je tijdelijk informatie vasthoudt – raakt snel vol, waardoor je stappen overslaat, instructies vergeet of een alinea leest zonder dat het blijft hangen.
Daardoor kost fouten voorkomen veel energie. Planning loopt vast omdat tijd inschatten lastig is, prioriteiten door elkaar lopen en opstarten stroef gaat. Je onderschat vaak hoeveel microstappen een taak heeft, raakt afgeleid door tussendoor-klusjes en komt pas in beweging als een deadline drukt. De optelsom voelt chaotisch, ook als je van binnen precies weet wat je wilt bereiken.
Emotieregulatie, motivatie en energieniveau
Bij ADHD type 2 kan je emotionele volume-knop net iets gevoeliger staan. Prikkels, kritiek of een onverwachte wending komen harder binnen, waardoor je sneller overspoeld raakt of juist dichtklapt. Motivatie voelt vaak alles-of-niets: taken met directe beloning gaan vanzelf, maar saaie of lange klussen blijven liggen tot er urgentie is. Dat komt niet door wilskracht, maar door hoe je brein prikkels en beloning filtert.
Je energieniveau schommelt daarbij mee: na hyperfocus kun je leeglopen, terwijl een drukke dag met veel schakelen je mentaal uitput. Slaapproblemen, piekeren of onregelmatige routines versterken die dips. Helpend is het doseren van taken, mini-deadlines, duidelijke startsignalen en korte herstelmomenten, zodat je emoties kunnen landen, je motivatie weer op gang komt en je energie stabieler blijft over de dag.
Verschillen met het hyperactief-impulsieve beeld
Bij ADHD type 2 speelt onoplettendheid de hoofdrol: je oogt rustig, maar je aandacht dwaalt weg, je vergeet details en je maakt slordige fouten omdat je informatie niet vasthoudt. Bij het hyperactief-impulsieve beeld is de energie naar buiten gericht: je wiebelt, praat veel, onderbreekt sneller en handelt voor je nadenkt. Waar je bij het onoplettende profiel vooral moeite hebt met opstarten en volhouden, draait het bij het hyperactieve profiel vaker om remmen en doseren.
Emoties zie je bij beide, maar bij ADHD type 2 merk je eerder interne onrust en piekeren, terwijl impulsiviteit zichtbaarder spanning geeft. Doordat je minder storend lijkt, wordt het onoplettende beeld vaker gemist en krijg je soms pas later een diagnose, vooral als je compenseert met discipline of slimme routines.
[TIP] Tip: Noteer vergeetmomenten, uitstelgedrag en tijdverlies direct in één lijstje.

Diagnose en behandeling
Een goede diagnose van ADHD type 2 begint met een uitgebreid gesprek over je klachten, ontwikkelingsgeschiedenis en functioneren op school, werk en thuis. Daarbij horen vragenlijsten, input van iemand die je goed kent en het checken of symptomen al sinds de jeugd spelen en in meerdere situaties voor hinder zorgen. De diagnose is klinisch: testjes of neuropsychologisch onderzoek kunnen helpen, maar zijn niet beslissend. Er wordt ook gekeken naar wat erop lijkt of erbij voorkomt, zoals angst, depressie, autisme, slaapproblemen of leerstoornissen. Behandeling is maatwerk en vaak een combinatie. Psycho-educatie geeft je inzicht in hoe je brein werkt, terwijl coaching of cognitieve gedragstherapie helpt met plannen, prioriteren en uitstel doorbreken.
Op school of werk kun je baat hebben bij aanpassingen zoals duidelijke deadlines, prikkelarme werkplekken en kortere taken. Medicatie kan helpen om aandacht en impulscontrole te verbeteren; gangbare opties zijn stimulantia zoals methylfenidaat en lisdexamfetamine en niet-stimulantia zoals atomoxetine of guanfacine. Samen met je behandelaar weeg je effect en bijwerkingen af en spreek je monitoring af. Leefstijl blijft de basis: slaap, beweging, structuur en herstelmomenten versterken elk behandelplan.
Zo verloopt je onderzoek en diagnose
Je traject start met een intake waarin je klachten, voorgeschiedenis en dagelijks functioneren worden uitgepluisd. Je vult vragenlijsten in en er wordt vaak iemand uit je omgeving betrokken voor een heteroanamnese, zodat duidelijk is hoe je aandacht en organisatie in meerdere situaties uitpakken. De professional checkt de DSM-5-criteria: klachten vanaf de kindertijd, in verschillende domeinen, en merkbare hinder. Er wordt ook gekeken naar wat het beeld kan versterken of verklaren, zoals slaapproblemen, angst, depressieve klachten, autisme of leerproblemen.
Soms volgt aanvullend neuropsychologisch onderzoek, maar de diagnose blijft een klinische afweging. Je sluit af met een feedbackgesprek, een helder verslag en een behandelvoorstel, bijvoorbeeld psycho-educatie, coaching, aanpassingen op school of werk en eventueel een zorgvuldige medicatieproef met duidelijke monitoring.
Behandelingen: medicatie, psycho-educatie, therapie en coaching
Bij ADHD type 2 werkt een combinatieaanpak meestal het best. Met psycho-educatie snap je hoe je brein prikkels en beloning verwerkt, zodat je verwachtingen realistischer worden en je omgeving beter kan meebewegen. Medicatie kan je signaal-ruisverhouding verbeteren en opstarten vergemakkelijken; vaak gaat het om stimulantia zoals methylfenidaat of lisdexamfetamine, of om niet-stimulantia zoals atomoxetine of guanfacine. Je evalueert samen wat het doet met focus, stemming, slaap en bijwerkingen.
Therapie, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of ACT, helpt patronen doorbreken en om te gaan met perfectionisme, uitstel en emotionele pieken. Met ADHD-coaching vertaal je dat naar de praktijk: heldere startsignalen, haalbare stappen, slimme routines en steun op school of werk. Slaap, beweging en regelmatige pauzes vormen de basis onder elke behandeling.
Comorbiditeit en veelvoorkomende misdiagnoses
Bij ADHD type 2 komen bijkomende problemen vaak voor en dat zegt niets over jouw inzet. Veel gezien zijn angstklachten, somberheid, perfectionisme, slaapproblemen (moeilijk inslapen, te laat ritme), en leerstoornissen zoals dyslexie of dyscalculie. Ook autisme kan samen voorkomen, net als middelengebruik als coping. Misdiagnoses ontstaan omdat onoplettendheid en uitstel eruitzien als “geen motivatie” of als burn-out, stress of depressie als hoofdprobleem, terwijl de executieve functies de kern zijn.
Soms lijkt het op trauma-reacties, bipolaire stemmingsschommelingen of alleen hoogbegaafdheid met verveling. Medische factoren zoals slaaptekort of schildklierproblemen kunnen klachten versterken. Een goede beoordeling kijkt dus breed: naar je levensloop, context en patronen, zodat je niet blijft rondlopen met een etiket dat de kern mist.
[TIP] Tip: Gebruik multi-informant diagnostiek; behandel met CGT, planning, beloningen en structuur.

Praktische strategieën voor school, werk en thuis
Bij ADHD type 2 helpt structuur vaak meer dan pure wilskracht: maak taken klein, kies één eerste microstap en leg die de avond ervoor klaar. Gebruik één kalender en één takenlijst, blok je tijd in realistische stukken en zet zichtbare cues zoals een visuele timer. Werk in sprints met korte pauzes en bouw body doubling in, samen werken met iemand als anker, live of online. Op school werkt het als je startmomenten afspreekt, tussenfeedback plant, een prikkelarme plek gebruikt en complexe opdrachten opknipt met tussentijdse deadlines. Op je werk helpen agenda’s met duidelijke tijdvakken, vergaderingen met strakke doelen, notities maken terwijl je luistert en e-mail in batches verwerken; demp afleiding met notificaties uit, noise-cancelling of focusruimtes.
Thuis maak je vaste ochtend- en avondroutines, een centrale plek voor sleutels en papieren en bundel je huishoudtaken per thema of tijdslot. Verzorg je energie met consistente slaap, beweging en daglicht, en plan veeleisende taken op je piekmoment. Gebruik simpele tools: herhaalherinneringen, checklists en standaard sjablonen voor terugkerende taken. Vraag waar nodig aanpassingen op school of werk en kopp el kleine beloningen aan afronding. Zo maak je je dag voorspelbaar, houd je focus overeind en komt je motivatie vanzelf in beweging.
Studeren en leren met ADHD type 2
Je leert het best als je studieproces simpel en prikkelarm is, met duidelijke startsignalen en kleine stappen. Leg de avond ervoor je materiaal klaar, kies één taak en start met vijf minuten zodat je in beweging komt. Werk in korte sprints met een visuele timer en plan pauzes vooraf. Activeer je geheugen met actieve technieken: hardop samenvatten, jezelf toetsen met flashcards en spaced repetition, en oefenvragen maken in plaats van alleen lezen.
Body doubling kan helpen om te beginnen en vol te houden. Maak een haalbare planning achteruit vanaf de toetsdatum, met microdeadlines en tussentijdse checkmomenten. Gebruik notitiemethodes die structuur geven, zoals kopjes en korte kernzinnen, of een eenvoudige mindmap. Beperk digitale afleiding, studeer op vaste plekken en vraag waar nodig aanpassingen zoals extra tijd of een rustige ruimte. Slaap en beweging houden je focus scherp.
Productiviteit op je werk en in je carrière
Met ADHD type 2 groeit je productiviteit als je werk helder, behapbaar en voorspelbaar is. Start je dag met één topprioriteit en maak de eerste microstap concreet, zodat je momentum krijgt. Plan focusblokken in je agenda, zet een visuele timer en parkeer afleidingen op een notiteltje voor later. Gebruik één simpel systeem voor taken en deadlines, en batch e-mail en chat op vaste momenten om schakelkosten te verlagen.
Vraag om duidelijke doelen, korte check-ins en een prikkelarme werkplek waar nodig. Werk met body doubling of een accountability-buddy om te beginnen en af te ronden. Zoek in je loopbaan naar rollen die passen bij je sterke kanten, zoals creativiteit, snel verbanden leggen en acteren op deadlines, en borg randvoorwaarden die je helpt volhouden.
Zelfzorg, slaap en leefstijl die helpen
Je brein vaart wel bij ritme, dus begin met vaste bed- en wektijden, ook in het weekend. Geef jezelf ‘s ochtends daglicht en ‘s avonds rust: dim schermen een uur voor slaap, zet meldingen uit en sluit af met een korte wind-down zoals lezen of een warme douche. Beperk cafeïne na de middag en kies een eiwitrijke ontbijtstart om schommelingen te dempen. Beweeg dagelijks, liefst buiten; korte wandelingen of een intervaltraining geven focus zonder dat je instort.
Plan micro-pauzes en eet regelmatig om energiedips te voorkomen. Bouw simpele herstelmomenten in met ademhalen, stretchen of een mini-meditatie, zodat je prikkelniveau zakt. Maak zelfzorg frictieloos: leg sportkleren klaar, zet herinneringen en koppel gezonde gewoonten aan vaste ankers in je dag. Zo houd je aandacht, stemming en energie stabieler.
Veelgestelde vragen over adhd type 2
Wat is het belangrijkste om te weten over adhd type 2?
‘ADHD type 2’ verwijst meestal naar het inattentieve beeld (voorheen ADD): problemen met aandacht, werkgeheugen en planning, vaak zonder opvallende hyperactiviteit. De DSM-5 onderscheidt drie presentaties. Het komt voor bij kinderen, tieners en volwassenen.
Hoe begin je het beste met adhd type 2?
Begin met een professionele intake en eventueel neuropsychologisch onderzoek. Houd een symptoom- en energieschrift bij. Volg psycho-educatie, betrek school/werk, optimaliseer slaap, beweging en voeding, gebruik planningstools, en bespreek medicatie, coaching of therapie met je arts.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij adhd type 2?
Veelgemaakte fouten: alles op wilskracht doen of alleen medicatie verwachten; comorbiditeit en misdiagnoses (angst, depressie) negeren; geen structuur, slaap of herstel plannen; hulpmiddelen en aanpassingen niet benutten; perfectionisme, uitstelgedrag en alles-of-niets routines.
