Hoe herken je ADD en zet je de stap naar een betrouwbare diagnose

Hoe herken je ADD en zet je de stap naar een betrouwbare diagnose

Vraag je je af of je aandachts- en planningsproblemen op ADD wijzen? Je leest hoe je signalen herkent, hoe een betrouwbaar ADD-onderzoek bij volwassenen verloopt (van intake en vragenlijsten tot DSM-5-criteria) en wat je kunt verwachten qua verwijzing, wachttijden en kosten in Nederland en België. Ook ontdek je wat je na de diagnose kunt doen-van psycho-educatie en coaching tot praktische aanpassingen en eventuele medicatie-zodat je met meer rust en focus verder kunt.

Wat is een ADD-diagnose

Wat is een ADD-diagnose

Een ADD-diagnose betekent dat een specialist vaststelt dat je kenmerken hebt van ADHD met overwegend onoplettende symptomen, wat veel mensen nog kennen als ADD. De term ADD wordt nog gebruikt omdat hij herkenbaar is, maar in het diagnostisch handboek (DSM-5) valt het onder ADHD. Het gaat niet om één snelle test, maar om een klinische beoordeling op basis van een ADD-onderzoek: een uitgebreide intake, je levensloop vanaf de kindertijd, informatie van school, werk of naasten, vragenlijsten en soms aanvullende tests. Belangrijk is dat de aandachtsproblemen al sinds je jeugd aanwezig zijn, in meerdere domeinen terugkomen (thuis, studie, werk) en je dagelijks functioneren merkbaar beperken. De diagnose houdt ook in dat andere verklaringen eerst zijn uitgesloten, zoals angst of depressie, slaaptekort, autisme, trauma, lichamelijke oorzaken of medicatie-effecten.

Bij volwassenen gaat het vaak om klachten als vergeetachtigheid, moeite met plannen, uitstelgedrag en snel afgeleid zijn, zonder opvallende hyperactiviteit. Een online zelftest kan je helpen om signalen te herkennen, maar vervangt nooit een professionele diagnose. Krijg je een ADD-diagnose, dan ontvang je meestal een helder verslag met conclusies en praktische adviezen, bijvoorbeeld psycho-educatie, coaching, eventuele medicatie en aanpassingen op studie of werk. Zo geeft de diagnose niet alleen een naam aan wat je ervaart, maar ook richting aan effectieve ondersteuning.

ADD VS ADHD: wat betekent het in de praktijk

Onderstaande vergelijking laat zien hoe ADD (inattentieve presentatie van ADHD) zich verhoudt tot ADHD (hyperactief/impulsief of gecombineerd) en wat dit concreet betekent voor je ADD-diagnose, herkenning en aanpak.

Aspect ADD (inattentieve presentatie) ADHD (hyperactief/impulsief of gecombineerd) Praktijk: diagnose & aanpak
Kernkenmerken Voornamelijk aandachtsproblemen: snel afgeleid, dromerig, vergeetachtig, traag opstarten; weinig of milde hyperactiviteit. Aandachtsproblemen plus hyperactiviteit/impulsiviteit: rusteloos, veel praten, onderbreken, impulsieve keuzes. Verschil zit vooral in zichtbare onrust; de kern is bij beide executieve-functieproblemen en volgehouden aandacht.
Zichtbaarheid & herkenning Minder opvallend gedrag; wordt vaker later herkend, o.a. bij vrouwen en volwassenen. Valt eerder op in klas/werk door externe onrust; vaak sneller doorverwezen in de jeugd. Let op onderdiagnose bij stille, intern gerichte klachten; vraag actief om hetero-anamnese (partner/ouders/leraren).
Impact op studie/werk Moeite met starten, plannen en volhouden; wisselende prestaties, uitstelgedrag. Daarnaast problemen door impulsiviteit en motorische onrust; vaker taak- en onderwerpwissels. Aanpassingen overlappen: duidelijke structuur, taken in blokken, externe cues; bij hyperactiviteit extra bewegingsruimte en prikkelregulatie.
Diagnostiek (DSM-5) Valt onder ADHD met inattentieve presentatie; klachten vooral in het aandachtsdomein. Hyperactief/impulsief of gecombineerd (voldoende symptomen in beide domeinen). Zelfde onderzoek voor beide: anamnese + hetero-anamnese, vragenlijsten/tests; criteria: begin <12 jaar, in 2 contexten, beperkingen aanwezig; vanaf 17 jaar 5 symptomen per domein van toepassing.
Behandeling & ondersteuning Psycho-educatie en coaching op planning/organisatie; prikkelarme werkplek, timeboxing, reminders; medicatie kan helpen. Idem; extra focus op impulscontrole, bewegingspauzes en emotieregulatie; medicatie kan hyperactiviteit duidelijk dempen. Keuzes zijn grotendeels gelijk: psycho-educatie, coaching/CGT, en medicatie (stimulantia zoals methylfenidaat/lisdexamfetamine; niet-stimulantia zoals atomoxetine); maatwerk per presentatie en situatie.

Kernboodschap: ADD is geen aparte stoornis, maar de inattentieve presentatie van ADHD; het verschil zit vooral in zichtbaarheid van symptomen. De diagnostiek en behandelopties zijn in de basis hetzelfde, met maatwerk in praktische aanpassingen.

In de DSM-5 vallen ADD en ADHD onder één noemer: ADHD, met verschillende presentaties. Wat veel mensen ADD noemen, is de overwegend onoplettende presentatie. In de praktijk merk je dat je minder hyperactief en impulsief lijkt, maar vooral worstelt met aandachtsvasthouden, planning, werkgeheugen en tempo. Je maakt stille foutjes, raakt snel afgeleid, verliest overzicht en kunt uren “wegdromen”, terwijl je van binnen wel onrust voelt. Bij de meer hyperactieve/impulsieve presentatie zie je eerder motorische onrust, veel praten en snel handelen zonder na te denken.

De route naar een diagnose is inhoudelijk hetzelfde, maar bij ADD-kenmerken wordt de diagnose vaker later gesteld, zeker bij meisjes en volwassenen, omdat je minder opvalt. Behandeling overlapt (psycho-educatie, coaching, eventueel medicatie), met extra focus op structuur, prioriteiten en energiebeheer.

Wanneer laat je je testen: klachten en impact op je dagelijks leven

Laat je testen als aandachtsproblemen je al langere tijd merkbaar belemmeren, ondanks inzet en hulpmiddelen. Denk aan steeds weer uitstelgedrag, afspraken vergeten, deadlines missen, chaos in je planning, snel afgeleid zijn en moeite hebben om taken af te ronden. Merk je dat dit je studie of werk schaadt, geldzaken in de knel komen, relaties onder druk staan of je uitgeput, gestrest of somber raakt, dan is het tijd voor actie.

Extra belangrijk is dat je klachten al vanaf je jeugd spelen en in meerdere situaties voorkomen, niet alleen bij één stressvolle baan. Een zelftest kan helpen om signalen te herkennen, maar vervangt geen onderzoek. Maak een afspraak met je huisarts om je te laten verwijzen voor een ADD-onderzoek bij een specialist in ADHD bij volwassenen.

[TIP] Tip: Vraag verwijzing naar specialist; combineer vragenlijsten, interviews en informatie van naasten.

Hoe verloopt een ADD-onderzoek

Hoe verloopt een ADD-onderzoek

Een ADD-onderzoek verloopt stapsgewijs en kijkt verder dan alleen concentratieklachten. Dit kun je doorgaans verwachten.

  • Voorbereiding: je komt meestal via de huisarts bij een gespecialiseerde (GGZ-)praktijk voor een intake. Neem je klachten en concrete voorbeelden mee, plus je levensloop vanaf de kindertijd en hoe je functioneert op school, werk en thuis. Vaak wordt ook input gevraagd van een ouder/partner of via oude schoolrapporten, en bespreek je slaap, gezondheid, medicatie en eventueel middelengebruik.
  • Diagnostiek: tijdens de intake bij een psychiater of (klinisch) psycholoog vul je gevalideerde vragenlijsten in en doe je zo nodig concentratie- en geheugentaken (geen “goed of fout”-tests, maar hulpmiddelen om je profiel te verduidelijken). De professional beoordeelt de klachten aan de hand van DSM-5-criteria en kijkt naar andere mogelijke verklaringen, zoals slaapproblemen, stress, angst/depressie, autisme, leerstoornissen of middelengebruik; lichamelijke oorzaken worden zo nodig via de huisarts uitgesloten.
  • Uitslag en rapportage: je krijgt een uitslaggesprek met een heldere conclusie (bijv. ADD wel/geen, of aanvullende factoren) en een schriftelijk rapport met bevindingen. Daarin staan je sterke en kwetsbare kanten, praktische adviezen en vervolgstappen, zoals psycho-educatie, coaching, medicatie of therapie, plus aanbevelingen voor aanpassingen op werk/studie en afspraken voor follow-up.

Zo ontstaat een compleet en onderbouwd beeld van je aandachtspatroon en wat je nodig hebt. Met een duidelijk plan kun je gericht aan de slag met passende ondersteuning.

Voorbereiding: je klachten, levensloop en input van naasten

Een goede voorbereiding op je ADD-onderzoek begint met het ordenen van je verhaal. Schrijf op welke klachten je ervaart, sinds wanneer ze spelen en in welke situaties ze het sterkst zijn, bijvoorbeeld thuis, op studie of werk. Neem voorbeelden mee van waar je vastloopt én waar het juist goed gaat, zodat duidelijk wordt wat je nodig hebt. Verzamel oude schoolrapporten, beoordelingen van werk, eerdere onderzoeken, medicatie-overzichten en eventuele diagnoses, en noteer zaken als slaap, stress, middelengebruik en lichamelijke klachten die je concentratie beïnvloeden.

Vraag een ouder, partner of goede vriend om hun observaties, zeker over je kindertijd, omdat een ADD-diagnose ook terugkijkt naar vroeger. Formuleer tot slot je hulpvraag: wat wil je na het onderzoek begrijpen en verbeteren? Dat maakt je traject gerichter en sneller.

Diagnostiek: intake, vragenlijsten, tests en DSM-5-criteria

De diagnostiek start met een uitgebreide intake bij een psychiater of (klinisch) psycholoog, waarin je huidige klachten, je ontwikkeling vanaf de kindertijd en je functioneren thuis, op studie en werk worden besproken. Je vult gevalideerde vragenlijsten in en doet zo nodig aandacht- en geheugentaken; die objectiveren je profiel, maar ze “bewijzen” ADD niet op zichzelf. Vaak wordt input van een ouder of partner gevraagd.

Volgens de DSM-5 gaat het bij volwassenen om een patroon van onoplettendheid met duidelijke hinder, al sinds de jeugd aanwezig, in meerdere situaties, en niet beter verklaard door iets anders. Bij volwassenen volstaan doorgaans vijf of meer onoplettendheidssymptomen. Tegelijk wordt een differentiële diagnose gedaan om bijvoorbeeld slaaptekort, angst, depressie, autisme of middelengebruik uit te sluiten.

Uitslag en rapportage: wat je krijgt en wat je ermee doet

Na het onderzoek krijg je een mondelinge terugkoppeling en een schriftelijk verslag. Daarin staat of je voldoet aan de criteria voor een ADD-diagnose, hoe dat is onderbouwd (klachten, levensloop, vragenlijsten), plus je sterke punten, aandachtspunten en eventuele bijkomende problemen. Je leest ook een behandeladvies met opties als psycho-educatie, coaching, medicatie en praktische aanpassingen op studie of werk.

Met dit rapport kun je samen met je behandelaar een plan van aanpak maken en besluiten wat je wilt delen met je huisarts, school, werkgever of arbodienst; delen doe je alleen als jij dat zinvol vindt. Het verslag helpt bij aanvragen van studiefaciliteiten, werkafspraken of vergoedingen. Vaak volgt een evaluatieafspraak om het traject te starten en zo nodig bij te sturen.

[TIP] Tip: Noteer vooraf je belangrijkste klachten en voorbeelden uit dagelijks leven.

ADD-diagnose bij volwassenen

ADD-diagnose bij volwassenen

Een betekent dat je klachten van hardnekkige onoplettendheid en organisatieproblemen professioneel worden onderzocht en bevestigd. Vaak spelen signalen als uitstelgedrag, chaotische planning, vergeetachtigheid, snel afgeleid zijn, moeite met prioriteiten en mentale vermoeidheid, terwijl je uiterlijk niet hyperactief bent. Veel volwassenen herkennen jaren van compenseren met perfectionisme of overwerken, waardoor de diagnose later komt, zeker bij vrouwen. Het traject verloopt via je huisarts met een verwijzing naar een specialist die een intake doet, vragenlijsten inzet en zo mogelijk input van een ouder of partner vraagt.

Volgens de DSM-5 moet duidelijk zijn dat de klachten sinds je jeugd aanwezig zijn, in meerdere situaties voorkomen en je functioneren merkbaar beperken. Tegelijk wordt gekeken naar andere oorzaken, zoals slaapproblemen, angst, depressie, autisme of middelengebruik. Na de diagnose krijg je een verslag en behandeladvies, vaak met psycho-educatie, coaching, eventueel medicatie en praktische aanpassingen op werk of studie. Wachttijden en kosten verschillen per aanbieder, dus vraag dit vooraf na.

Signalen bij volwassenen: aandacht, werk/studie en executieve functies

Bij volwassenen met vooral onoplettende kenmerken zie je vaak dat je aandacht snel wegglijdt, je details mist en je makkelijk door gedachten of prikkels afgeleid raakt. Soms schiet je in hyperfocus op iets dat je boeit, maar routineklussen blijven liggen. Op werk of studie merk je wisselende prestaties, gemiste deadlines, uitstelgedrag, een overvolle mailbox, moeilijke vergaderingen en moeite om taken af te ronden.

Dit hangt samen met executieve functies: plannen en prioriteren kost veel energie, tijdsbesef is lastig, je werkgeheugen raakt vol, starten en schakelen tussen taken gaat stroef en je raakt sneller emotioneel overprikkeld. Vaak probeer je dit te compenseren met perfectionisme of lange dagen, wat op termijn stress en vermoeidheid versterkt.

Zelftest versus professionele diagnose: zo laat je als volwassene een diagnose stellen

Een online zelftest is handig om signalen te herkennen, maar het is geen diagnose. Scoor je hoog en herken je jezelf, maak dan een afspraak bij je huisarts voor een verwijzing naar een specialist in ADHD/ADD bij volwassenen. In het traject bespreek je je klachten en levensloop, vul je vragenlijsten in en wordt zo nodig input van een ouder of partner gevraagd. De specialist beoordeelt aan de hand van DSM-5-criteria of je klachten sinds je jeugd spelen, in meerdere situaties voorkomen en je functioneren beperken, en sluit andere oorzaken uit zoals slaaptekort, angst of depressie.

Vraag vooraf naar wachttijden en kosten; in Nederland en België verschillen die per aanbieder. Met een diagnose kun je gericht aan de slag met behandeling en aanpassingen.

Verwijzing, kosten en wachttijden in Nederland en België

In Nederland start je meestal via je huisarts voor een verwijzing naar een ggz-instelling of gespecialiseerde praktijk. Zorg uit de basisverzekering kan (deels) vergoed worden, maar je eigen risico telt mee en niet elke aanbieder heeft een contract. Wachttijden variëren van enkele weken tot maanden; particuliere praktijken zijn soms sneller maar vragen vaak een eigen bijdrage.

In België kun je via je huisarts of rechtstreeks bij een psychiater of erkende psycholoog terecht. Terugbetaling hangt af van RIZIV-conventies en je mutualiteit; in ziekenhuizen en CGG’s zijn de wachttijden vaak langer, privé kan sneller maar met hogere kosten. Vraag altijd vooraf naar tarieven, vergoedingen, wachttijd en wat er precies in het ADD-onderzoek is inbegrepen.

[TIP] Tip: Houd twee weken symptoomlogboek; neem het mee naar de diagnostiek.

Na de diagnose: wat kun je verwachten

Na de diagnose: wat kun je verwachten

Een diagnose voelt vaak als erkenning en een startpunt. Je bespreekt het verslag en maakt samen met je behandelaar een plan met heldere doelen, bijvoorbeeld meer overzicht, minder stress en betere concentratie. Je krijgt psycho-educatie (praktische uitleg over hoe ADD je aandacht en energie beïnvloedt) en je leert strategieën voor structuur, planning, prioriteiten en pauzes. Coaching helpt je dit toe te passen op je eigen leven, met hulpmiddelen zoals agenda-apps, timers en routines. Medicatie kan een optie zijn; je krijgt uitleg over werking en bijwerkingen en je volgt controles om effect en dosering te finetunen.

Op studie of werk kun je afspraken maken over realistische deadlines, duidelijke taken, een prikkelarme plek of kortere vergaderblokken. Als er ook angst, somberheid, slaapproblemen of stress meespelen, wordt dat parallel aangepakt. Je plant periodieke evaluaties om voortgang te meten en je plan bij te stellen, zodat je stap voor stap meer grip krijgt. Jij beslist wie je informeert en wat je deelt. Met de juiste combinatie van kennis, ondersteuning en praktische aanpassingen merk je dat je sterker staat, je energie beter inzet en je doelen haalbaarder worden. Dat geeft perspectief voor de lange termijn.

Behandeling en ondersteuning: psycho-educatie, coaching, medicatie en therapie

Na je diagnose start je meestal met psycho-educatie: je krijgt begrijpelijke uitleg over hoe ADD je aandacht, executieve functies en energie beïnvloedt, zodat je keuzes bewuster maakt. Coaching richt zich op praktische vaardigheden als plannen, prioriteren, timeboxing, prikkelmanagement en het bouwen van routines die écht vol te houden zijn. Medicatie kan helpen bij focus en impulscontrole; samen met je arts kies je een middel (stimulantia of niet-stimulantia), begin je laag, bouw je op en monitor je effect en bijwerkingen.

Therapie, zoals cognitieve gedragstherapie of ACT, pakt stress, perfectionisme, faalangst en uitstelgedrag aan en versterkt zelfregie. Vaak werkt een mix het best, aangevuld met slaap-, beweeg- en werk- of studieafspraken. Je evalueert regelmatig en stuurt bij tot het past bij jouw leven.

Praktische aanpassingen thuis, op studie en werk

Praktische aanpassingen draaien om minder prikkels, meer structuur en slimme hulpmiddelen. Thuis helpt het om vaste routines te bouwen (ochtend/avond), spullen een vaste plek te geven en de dag visueel te plannen op een whiteboard of in een agenda-app met herinneringen. Werk met timeboxing of de pomodoro-methode, splits taken op in mini-stappen, zet notificaties uit en plan e-mail in blokken. Richt een prikkelarme studie- of werkplek in, gebruik noise cancelling of oordopjes en leg één taak zichtbaar klaar.

Maak duidelijke afspraken met je docent, studiebegeleider of leidinggevende over prioriteiten, realistische deadlines, schriftelijke instructies, een stille werkplek of hybride werken; bij studeren kan extra tijd bij toetsen helpen. Bewaak energie met pauzes, beweging en slaap. Begin klein, test wat werkt en schaaf bij.

Plan van aanpak en follow-up: doelen, evaluaties en bijstellen

Je plan van aanpak begint met 2 à 3 concrete doelen die passen bij je grootste knelpunten, zoals op tijd starten, minder uitstelgedrag en haalbare deadlines. Maak ze specifiek en meetbaar, kies simpele indicatoren (bijvoorbeeld aantal tijdig gestarte taken, afgeronde blokken, slaapuren) en track dit in een agenda-app of korte wekelijkse check. Plan elke 4 tot 6 weken een evaluatie met je behandelaar of coach: wat werkt, wat kost te veel energie, hoe is je focus en hoe pakte medicatie of therapie uit.

Integreer feedback van thuis, studie of werk en test verbeteringen in korte experimenten. Leg afspraken vast op één overzichtspagina, inclusief signalen van terugval en herstelstappen. Na drie maanden herijk je je doelen, borg je routines en vier je kleine vooruitgang.

Veelgestelde vragen over add diagnose

Wat is het belangrijkste om te weten over add diagnose?

Een ADD-diagnose beschrijft aandachtstekort zonder hyperactiviteit. Ze wordt gesteld via klinische intake, vragenlijsten en eventueel neuropsychologische tests, getoetst aan DSM-5-criteria. Comorbiditeit (bijv. angst, depressie) en levensloopinformatie wegen mee, net als functioneren thuis, studie en werk.

Hoe begin je het beste met add diagnose?

Begin met bijhouden van klachten en impact op dagelijks leven. Bespreek dit met je huisarts voor een verwijzing. Verzamel schoolrapporten en input van naasten. Wees bewust van wachttijden, kosten en vergoedingen in Nederland/België.

Wat zijn veelgemaakte fouten bij add diagnose?

Veelgemaakte fouten: vertrouwen op online zelftests zonder professionele beoordeling, alleen op kindertijd focussen, comorbiditeit en slaap/thyreoïdproblemen missen, de impact onderschatten, te snel medicatie verwachten, geen input van naasten verzamelen en zonder behandelplan blijven.